Inspectie Elektrische Arbeidsmiddelen

De norm NEN 3140 heeft als uitgangspunt de veiligheid met betrekking tot de bedrijfsvoering van en de werkzaamheden aan, met of nabij elektrische installaties en elektrische arbeidsmiddelen.

Het risico bij het gebruik van een elektrische arbeidsmiddel is dat bij een defect een elektrische stroom door het lichaam stroomt. Bovendien bestaat het risico van vonk overslag.

Met behulp van een inspectie of veiligheidskeuring kunnen we adviseren of de elektrische installaties of de elektrische arbeidsmiddelen voldoen aan de technische voorschriften en de veiligheidsvoorschriften zoals deze zijn omschreven in de relevante normen. Installatie Inspecties B.V. kan deze inspectie voor u uitvoeren

Afhankelijk van de beschermingsgraad tegen deze gevaren is een arbeidsmiddel ingedeeld in veiligheidsklassen.

Veiligheidsklassen

De elektrische arbeidsmiddelen kunnen worden onderverdeeld in de volgende klassen:

Klasse 0:

Klasse 0 apparaten hebben geen andere bescherming dan alleen de functionele isolatie. Bij een defect in het apparaat is het mogelijk dat de metalen buitenkant onder spanning komt te staan. Voor de gebruiker kan dit levensgevaarlijk zijn.

Klasse 1:

Bij klasse 1 apparaten is de metalen buiten kant van het apparaat verbonden met de beschermingsleiding (aardleiding). Als bij een defect in het apparaat de metalen buitenkant onder spanning komt te staan, moet de beveiliging in de installatie aanspreken. De metalen buitenkant is via de beschermingsleiding verbonden met de aarde. Hierdoor zal er bij een defect een grote stroom gaan lopen, afhankelijk van de spanning en de hoeveelheid weerstand in het circuit. deze stroom kan de beveiliging doen aanspreken.

Klasse 2:

Bij de klasse 2 apparaten is er behalve de functionele isolatie ook nog een tweede isolatielaag. De tweede isolatielaag zorgt ervoor dat de buitenkant van het arbeidsmiddel, zelf bij een defect in het apparaat niet onder spanning kan komen te staan. Klasse 2 apparaten mogen nooit met de aarde worden verbonden en hebben dus altijd een twee-aderige snoer. Het is van groot belang dat de weerstand van de isolatie bijzonder hoog is.

Klasse 3:

Klasse 3 apparaten werken op een veilige extra lage spanning. Deze spanning is, afhankelijk van de omstandigheden, maximaal 50 volt bij wisselspanning of 120 volt bij gelijkspanning. Door de lage spanning zal een defect geen elektrisch gevaar opleveren.

De inspectie van elektrische arbeidsmiddelen bestaat uit:

  •  de visuele inspectie;
  •  de inspectie door meting en beproeving.

Visuele inspectie

Als eerst wordt een visuele inspectie uitgevoerd om te bepalen of er geen uitwendige gebreken zijn die een gevaarlijke situatie kunnen veroorzaken bij de metingen. Bij de visuele inspectie kan worden bepaald of er geen uitwendige gebreken zijn

Bij de visuele inspectie wordt gelet op de volgende punten:

  •  Is de mechanische toestand in orde?
  •  Is er geen vocht, vuil of corrosie aanwezig?
  •  Zijn de beschermings- of aardleidingen niet onderbroken?
  •  Zijn de hulpmiddelen, bedieningsorganen, waarschuwingsborden en dergelijke in goede staat?
  •  Zijn de aansluit-leidingen of verplaatsbare leidingen onbeschadigd of ondeskundig gerepareerd?
  •  Zijn stekkers (contactstoppen) niet beschadigd?
  •  Zijn de trekontlastingen van de snoeren voldoende?
  •  Zijn de snoeren juist ingevoerd?
  •  Zijn er sporen die wijzen op een te hoge temperatuur aanwezig?
  •  Zijn er mechanische of elektrische aanpassingen aangebracht?
  •  Zijn de arbeidsmiddelen voldoende toegankelijk voor bediening en onderhoud?
  •  Wordt het arbeidsmiddel toegepast in overeenstemming met het ontwerp?

Inspectie door meting en beproeving

Bij het uitvoeren van de metingen wordt in het algemeen gebruikgemaakt van meetapparatuur die speciaal is ontwikkeld voor het testen van elektrische arbeidsmiddelen. Een aantal van deze apparaten geven na de meting aan of het arbeidsmiddel "goed" of "fout" is. In het algemeen zijn deze meetapparaten afgestemd op de Duitse VDE-normen en voldoen ze aan de NEN 3140. Bij het inspecteren van elektrische arbeidsmiddelen moet tenminste worden uitgegaan van de veiligheidsbepalingen zoals deze van kracht waren bij het vervaardigen van het elektrische arbeidsmiddel. Elektrische arbeidsmiddelen moeten met een passende regelmaat worden geïnspecteerd. De inspectie frequentie van de elektrische arbeidsmiddelen is afhankelijk van een aantal factoren.